BARNEVELDSE KRANT -WEEKEND
Door Freek Wolff

‘Aan de slag, dan leer je!’

Hybride lessen bij De Meerwaarde én in lokale bedrijfsleven

Staal lassen, een waterleiding aanleggen of elektriciteit in een gebouw realiseren. Leerlingen van De Meerwaarde krijgen steeds meer hybride onderwijs. Dit betekent dat ze in de praktijk les krijgen van vakmensen in Barneveldse bedrijven en dat specialisten uit het werkveld op school lessen geven.

Het onderwijs op de middelbare school voor praktijkonderwijs en vmbo aan de Rietberglaan is behoorlijk in ontwikkeling en neemt steeds meer een plek in de samenleving. “We werken nauw samen met het bedrijfsleven. Bovendien gaan we meer lessen buiten onze eigen deuren verzorgen. Een groep leerlingen volgt bijvoorbeeld lessen in lassen bij Brink Staalbouw. En we halen hybride mensen uit het werkveld in de school die hier onderwijs verzorgen, direct uit de praktijk,” licht Annemaria van Klinken-van Doorn als woordvoerder toe.

BRINK STAALBOUW
Bij een bezoek aan de school loopt programmaleider Gerdien te Loo-Kluvers door diverse ruimtes waar groepjes leerlingen aan de slag zijn. Ze werken relatief onverstoorbaar verder onder begeleiding van hun leerkrachten. “Een medewerker van de Spoedeisende Hulp geeft op onze school een halve dag in de week les. Op die manier worden de lessen interessanter voor onze leerlingen. Jan Willem Moerman is hoofdinstructeur elektrotechniek bij de Barneveldse Techniek Opleiding (BTO) en geeft één hele dag les op De Meerwaarde. Hij komt uit het bedrijfsleven.”

Jarco van den Brink is werkvoorbereider productie bij Brink Staalbouw op bedrijventerrein Harselaar. De staalbouwer, gespecialiseerd in het realiseren van volumeprojecten, biedt de leerlingen in de werkplaats het keuzevak booglasprocessen aan. “Elke week komen er vijf leerlingen een halve dag bij ons om een werkstuk te maken. Onze eigen ‘Brinkies’ leren de leerlingen zelf de kneepjes van het vak. De technische kennis die we zelf in huis hebben, willen we graag zo vroeg mogelijk aan de leerlingen overbrengen.

Het daadwerkelijk meedraaien op de werkvloer helpt hen ook enorm in hun persoonlijke ontwikkeling. Ze proeven wat het is om in een bedrijf aan de slag te gaan en samen te werken met anderen. Je ziet de jongeren letterlijk groeien in hun doen en laten, dat is supergaaf! Natuurlijk willen we ze ook triggeren om in de metaalsector te gaan werken, want er is een schrijnend tekort aan personeel. We hopen op deze manier dat ze verliefd worden op het product staal en bijvoorbeeld bij ons stage gaan lopen.”

PRIJZKAARTJE
Leerkracht Richard Koot legt uit dat de ontwikkelingen in het vakgebied erg snel gaan en dat nieuwe apparatuur zeer kostbaar is, zodat het prijskaartje negen van de tien keer niet door de school te betalen is. “Voor specifieke machines moet je al gauw 100.000 euro neerleggen. Voor het snijden van plaatmateriaal heb je een plasmasnijder nodig en die kost je tussen de 20.000 en 50.000 euro. En ga zo maar door. Dergelijke investeringen zijn voor een school niet haalbaar, maar het zijn wel machines waar leerlingen mee moeten leren werken.

Als docenten hebben we ook de kennis niet in huis om die specifieke apparaten te bedienen. Dus is het geweldig dat mensen in het bedrijfsleven de vaardigheden aan jongeren willen leren. Ik merk ook dat ze opbloeien wanneer ze daar aan de slag gaan en dat is leuk om te zien. Ik ben heel blij met de samenwerking en hoop dat deze nog meer nieuwe deuren opent.”

In de groensector werkt De Meerwaarde samen met mbo Aeres in Barneveld, dat leerlingen daar een keuzevak in de praktijk laat beleven. “We weten van elkaar wat er gebeurt en zo kunnen de lessen beter op elkaar aansluiten,” zegt Te Loo.

Koot wijst erop dat het mbo te maken krijgt met leerlingen die vanuit diverse scholen, zoals het JEC en De Meerwaarde, de overstap maken. “Zij hebben dan natuurlijk verschillende capaciteiten. Dan is het verleidelijk om weer op het nulpunt te beginnen, want dat is makkelijk. En dan maak je eigenlijk geen gebruik van de capaciteiten van de leerlingen die bij ons vandaan komen. Dat kan dodelijk zijn voor de motivatie, want het is hartstikke mooi als een leerling erkend wordt in zijn talenten en vakniveau. Dan groeit hij!”

SCHONE HANDEN
Van den Brink wijst er in dit verband op dat werken met de handen in de maatschappij – in zijn ogen – een ondergeschoven kindje is geworden. “De meeste mensen willen het liefst lang doorstuderen, schone handen houden en achter een bureau zitten.” Tegelijk weet hij ook dat de roep om technische vakmensen in de huidige tijd enorm groot is.

De Barneveldse staalbouwer kent en herkent deze behoefte en lanceert hiervoor op korte termijn iets “heel gaafs”. Daarover binnenkort meer, vertelt Jarco.

Koot vindt ook dat er ruimte moet zijn voor jongeren die veel minder theoretisch ingesteld zijn en al doende leren. “Het gros van onze jongeren leert door te doen. We kunnen wel tien filmpjes laten zien of tien pagina’s uit het boek voorlezen, maar dan zal een leerling echt niet leren lassen. Dat gebeurt wel met een lashelm op en als ze een lastoorts vasthouden. Aan de slag, dan leer je!“

Hij weet ook dat veel leerlingen zich vaak afvragen in welke sector ze hun draai zullen vinden. Op De Meerwaarde bestaan zes profielen en één daarvan wordt samengevat als PIE, wat staat voor drie richtingen: produceren (metaal), installeren en elektra. “In het verleden koos je in het tweede jaar een richting en als je verkeerd had gekozen, was dat jammer. Dan moest je soms op de MTS maar weer een andere richting kiezen.

Dus hoe kies je de juiste richting? Dat is erg moeilijk. Daarom geven wij de leerlingen de mogelijkheid om te snuffelen en te beleven wat het is om in die sectoren te werken. Wat is er mooier om bij een bedrijf te beleven hoe het is? Ook als het niet bevalt, ben je een ervaring rijker.”

STOER JASJE
De Meerwaarde werkt ook samen met bedrijven als autofirma’s Pon en Broekhuis. Leerlingen van de afdeling Groen bezoeken Intratuin met opdrachten en krijgen op locatie workshops. Leerlingen die zich specialiseren op het gebied van zorg en welzijn bezoeken zorgorganisatie Norschoten om met ouderen te werken.

Ook andersom komen vakmensen uit de praktijk naar de school. Zo komt voor het profiel economie en ondernemen een medewerker van vacaturebank Indeed naar school toe om de leerlingen bijvoorbeeld een goede sollicitatiebrief te leren schrijven. “Dat kan prima op school, net als het geven van EHBO-lessen vanuit de Spoedeisende Hulp. Als het gaat om grote materialen, wordt het wat lastiger, al hebben we hier wel auto’s in school.

Het ligt ook een beetje aan het type sector. De hybride toepassingen hangen mede af van het doel van de lessen en hoe we dat kunnen bereiken. We proberen ook altijd af te sluiten met een toets, zodat een leerling zijn ontwikkeling op dat onderdeel kan laten zien. Leerlingen vinden het erg leuk om van iemand les te krijgen die uit de praktijk komt. Daar slaan ze op aan.”

Koot voegt toe dat docenten van school kennisoverdracht, vaardigheden, maar ook vorming meegeven. “Je bent altijd docent, waardoor ze opkijken tegen mensen uit de praktijk. Zij komen ook met extra voorbeelden. Vreemde ogen dwingen en dat is mooi.”

Van den Brink merkt dat de leerlingen gemotiveerd zijn om naar het bedrijf te komen. “Ze komen altijd en zijn op tijd. Ik zie ze vervolgens met een stoer jasje van dit metaalbedrijf op school lopen. Dat straalt iets uit en dat zegt genoeg. Ze zijn trots op wat ze doen, want anders zouden ze dat niet doen.”